Stroopwafel Nederlands bekendste koekje?
Misschien wel Nederlands bekendste koekje. Tenminste, vraag het de gemiddelde buitenlandse toerist en de “stroep-wah-fuhl” zal ongetwijfeld genoemd worden door toeristen die deze lekkernij bij een kraam in Amsterdam gekocht hebben. En geef ze eens ongelijk, want wat gaat er boven een lekker verse stroopwafel? We vertellen je graag wat meer over de geschiedenis van de stroopwafel.
Wat is een stroopwafel?
Waarschijnlijk hoeven we dat voor de gemiddelde Nederlander niet meer uit te leggen, maar voor de volledigheid: een stroopwafel is een koekje bestaande uit twee ronde wafels met stroop ertussenin. De wafels bevatten door het bakken vaak een kenmerkend ruitjespatroon. De wafels worden apart gebakken en één van de wafels wordt in gesmeerd met stroop. Vervolgens wordt de andere wafel er bovenop gelegd om de lekkernij te completeren. Vaak wordt de koek op markten of op straat aangeboden, waar ze vers gebakken worden. Wat ons betreft is dat ook de beste manier om het koekje te eten, de wafels zijn dan nog lekker warm en de stroop is nog lekker vloeibaar. Als het koekje af is, wordt deze vaak door de lengte doorgesneden.
Geschiedenis van de stroopwafel
Er bestaan diverse verhalen over wanneer de eerste versie van dit koekje op de markt verscheen, maar over het algemeen wordt vermoed dat de eerste versie voor het eerst in Gouda gebakken is. De stroopwafel staat daarnaast namelijk ook wel bekend als de Goudse wafel. Doordat het koekje in de begintijd gebakken werd met kruimels, deegresten en stroop, was de productie niet erg duur. Ze werden destijds dan ook weleens ‘armenkoeken‘ genoemd. Tegenwoordig zijn de kruimels van de koeken ook apart te koop. Vanaf 1870 werden de Goudse stroopwafels niet alleen in Gouda, maar ook elders vervaardigd. Tegenwoordig zijn de stroopwafels wereldwijd verkrijgbaar, al zijn ze in het buitenland vaak iets duurder dan in Nederland.